Hoe de oorlog genadeloos ingreep in het leven in een klein Nederlands dorp. September 1944, kort na Dolle Dinsdag. De oorlog lijkt bijna voorbij. In het Utrechtse boerendorp Benschop poseren de plaatselijke verzetsgroepen en onderduikers voor een fotograaf als herinnering voor later. Maar de geallieerde opmars stokt, en de bezetter treedt steeds harder op. Een halfjaar later doen de Duitsers een inval in het dorp. Ze weten waar ze moeten zijn; een vermomde man wijste de weg. De razzia leidt tot een schietpartij waarbij aan beide zijden slachtoffers vallen. Een groot aantal mannen wordt weggevoerd; de Duitsers fusilleren zeven van hen. Benschop blijft in shock achter. Eén vraag houdt allen bezig: wie of wat verraadde Benschop? In Het verraad van Benschop reconstrueert Bram de Graaf nauwgezet deze gebeurtenissen en de impact ervan. Hij sprak met de laatst nog levende ooggetuigen en familieleden van de betrokkenen. Zeventig jaar na de bevrijding doen de meesten pas voor het eerst hun verhaal.
Een boek die voor buitenstaanders (waar ik zelf ook een van ben) moeilijk te lezen is. Veel van de namen en situaties die door de auteur genoemd worden zijn ons onbekend. Verder bewandelde de auteur dezelfde weg die ook collega schrijver Jan Brokken met ‘De vergelding: Een dorp in tijden van oorlog deed’, veel interviews met (nabestaanden van) betrokkenen
Anders dan bij ‘De vergelding’ is er bij deze gebeurtenissen wel een schuldige aan te wijzen, toch blijft de vraag wel ‘deden ze het om er zelf beter van te worden, of dachten ze oprecht dat ze iets goeds deden?’ Nu, meer dan 75 jaar na dato zal dat nooit meer duidelijk worden.