Londen 1897 Op oudejaarsavond krijgen Martha en William het verschrikkelijke bericht dat ze hun ouders nooit meer zullen zien. Hun schip is tijdens een hoogst geheime expeditie op zee vergaan. Dan staan onaangekondigd twee nogal excentrieke dames voor de deur die beweren dat zij de tantes van William en Martha zijn. Ze nemen de kinderen mee om voor hen te zorgen, ver weg van hun veilige wereld in Londen. Tijdens het verblijf bij de tantes komen de kinderen de ware toedracht te weten over het verlies van hun ouders en ontdekken ze dat de bloedlijn van hun familie teruggaat naar een wonderlijk verleden. William en Martha zijn de erfgenamen van een magisch koninkrijk en zij zijn de enigen die dit rijk kunnen redden van de ondergang. Ze volgen het spoor van hun ouders en belanden in een strijd waarin elk sprookje dat ooit is geschreven voor altijd verloren kan gaan en zal worden vergeten. Een onvoorstelbaar avontuur begint en ze verdwalen in een wereld vol gevaren, raadsels en geheimen die nog nooit door iemand is beschreven.
Het boek begon in mijn ogen erg zwak, en is nooit echt boven de middenmaat uit gestegen. Dat kan komen door de doelgroep, jeugd van 12 jaar. Of die zich nu erg aangesproken voelen tot het verhaal durf ik niet te zeggen. Er was naar mijn idee te veel ‘magicea’ om problemen weer op te lossen.
De tweeling Martha en William moeten na de dood van hun ouders bij hun tantes gaan wonen. Tantes waar ze nog nooit van gehoord hadden. Eenmaal weg uit Londen leren ze over hun geheim.
Mij is verteld dat dit boek vergelijkbaar zou zijn met de Harry Potter-serie, maar dat durf ik dan wel weer te betwijfelen. Het verhaal verliep erg traag, beschrijvingen van personages en dingen konden niet altijd een beeld oproepen.
Of ik de andere delen van de serie nog ga lezen. Ja, ik denk het wel. Ik wil immers weten of het de kinderen lukt om Fabula, en hun ouders, te redden.