Het leven van de jonge boerenzoon Eragon verandert van de ene dag op de andere als hij op een jacht in de wouden van de onherbergzame Rug een raadselachtige blauwe steen vindt. Aanvankelijk is Eragon blij met de vondst, maar tot zijn grote teleurstelling wil geen van de handelaren die jaarlijks door de Vallei van Palencar trekken de steen van hem kopen. Dan geeft de steen zijn geheim prijs en is Eragon getuige van de geboorte van een drakenjong. Tussen Eragon en de draak, Saphira, ontstaat een hechte band. Maar de vondst van de steen is niet onopgemerkt gebleven. In Carvahall worden vreemde bezoekers gesignaleerd, onbekenden in zwarte mantels die voor niets terugdeinzen om Eragon te vinden. Dat blijkt als de boerenhoeve van Eragons pleegvader Garrow volkomen wordt vernield. Wanhopig vlucht Eragon in gezelschap van Saphira en de oude verhalenverteller Brom naar de wouden van de Rug. Zo begint de sage van Eragon, de Drakenruiter
Het eerste deel uit de ‘Erfgoed’-serie.
De 15-jarige Eragon woont al zijn gehele leven in Carvahall in de Palancervallei, samen met zijn oom Garrow en neef Roran. Op een dag vind de jongen een blauwe steen, en daarmee veranderd zijn leven compleet. Al snel blijkt namelijk dat dit het helemaal geen steen is die de jongen heeft gevonden, maar een echt drakenei. In het geheim broedt hij het ei uit, want niemand mag weten dat er een draak in de vallei is. Toch komt een iemand er achter, de verhalen verteller Brom
Het schijnt dat de auteur van het boek, destijds nog maar net 16 was.