
Op de trappen van het Museum voor Oudheden in het centrum van Cairo wordt Tomás Noronha aangesproken door een hem onbekende vrouw uit Iran, die hem een kopie aanbiedt van een raadselachtig manuscript. Deze onverwachte ontmoeting markeert het begin van een reeks bloedstollende gebeurtenissen, waardoor Tomás tegen zijn zin betrokken raakt bij het Iraanse nucleaire ontwikkelingsprogramma. Bij toeval komt hij een geheime ontdekking van Albert Einstein op het spoor, een vondst die hem naar het grootste van alle mysteries voert: het wetenschappelijke bewijs van het bestaan van God. De godsformule is niet alleen een originele spionagethriller maar ook een fundamentele zoektocht naar de plaats van de mens in het heelal.
Een flinterdun verhaal, met veel te veel wis- en natuurkundige gebazel. Dit maakt het boek minder aantrekkelijk.
De hoofdpersonage is een professor die wordt betrokken bij de zoektocht naar de betekenis van de Godsformule.